van Roald Dahl
Welk kind komt niet graag in een snoepwinkel, zo een winkel vol potten met zure matjes, zo zuur dat je haren omhoog gingen staan en je zelfs op de heetste zomerdag nog kippenvel had tot onder je vingernagels, toverballen zo groot als stuiterballen waar je middagen op kon zuigen, peredrups, sorbetzuigers die er voor konden zorgen dat het schuim uit je neusgaten kwam of dropveters zo dik dat je er mee in een boom kon klimmen.
De kinderen in het verhaal komen er graag.
Alleen de mevrouw van de snoepwinkel is echt verschrikkelijk…. vies.
Ze besluiten een grap met haar uit te halen.
Maar wie moet het op het eind van het verhaal het meest bezuren ?

 

Naar boven